vorige start volgende

Kaartscherm

Het hoofdscherm van Cumulus bestaat uit drie rijen informatie, daaronder een kaart en dooronder een statusbalk. Dit scherm wordt ook wel kaartscherm genoemd.

Vluchtinformatie
De indicatoren in de drie bovenste rijen geven weer:

Uiteraard wordt alle informatie weergegeven in de door u gekozen eenheden in het Instellingen scherm.

Kaart
De kaart laat een grafische representatie zien van de huidige positie (het kruispunt van de romp en de vleugels van het vliegtuig-symbool) en de vliegrichting (weergegeven met de rotatie van het symbool.) Als er geen GPS positie is, toont Cumulus een X symbool in plaats van het vliegtuig. Zie handmatige navigatie mode voor meer details. U kunt het uiterlijk van de kaart aanpassen door het Cumulus.conf configuratie bestand aan te passen. De huidige schaal wordt weergegeven door de schaal-indicator rechtsonder in de kaart.
De kaart toont terreinhoogtes met behulp van kleuren. Het detailniveau hiervan veranderd met de zoomfactor: meer ingezoomed betekent meer detail in de terreinvormen. U kunt het tekenen van hoogtes uitschakelen vanuit het instellingen venster.

Afhankelijk van de kaarten die u geinstalleerd hebt, toont Cumulus vliegvelden (het type wordt weergegeven met het standaard ICAO symbool), steden (in geel), snelwegen (in rood/wit), wegen (in rood) en spoorwegen (in donker grijs) en water (in blauw). Niet alle details worden in alle schalen weergegeven. Ook toont Cumulus luchtruimtestructuren. De verschillende types worden weergegeven door verschillende kleuren. Voor meer informatie over een vliegveld of luchtruim, raakt u het object aan op het scherm. U krijgt nu simpele informatie over de interessante objecten op het aangewezen punt. Als u een vliegveld langer aanraakt, krijgt u gedetailleerde informatie over dat vliegveld. U kunt vliegvelden toevoegen aan uw waypoint-lijst als ze nog niet in de lijst staan. Toegevoegde waypoints krijgen een prioriteit normaal.

Statusbalk
De statusbalk toont drie dingen. Het eerste item toont u de mode waarin Cumulus werkt. Als er geen GPS connectie is, zal hier "Man" staan. Is er wel een GPS connectie maar is het aantal satelieten niet bekend, dan staat er "GPS". Als het aantal satelieten wel bekend is, dan wordt er "G-x" getoond, met x het aantal satelieten dat in beeld is.
Het tweede item op de statusbalk is de logging-indicatie. Het toont een "L" als de logfunctie geactiveerd is. De indicator zal oplichten in vette letters voor elke keer dat er nieuwe gegevens geschreven worden.
Het rechter gedeelte van de statusbalk toont de huidige positie in longitude en lattitude.
Als u het schermoppervlak voor de kaart wilt maximaliseren, dan kunt u de statusbalk verbergen via het menuitem Beeld/Statusbalk.

Glijpad
De glijpad indicatie geeft u een schatting of het geselecteerde waypoint binnen bereik is of niet. Het berekend de prestaties van uw vliegtuig, waarbij het gebruikt maakt van de ingevoerde polaire in de vliegtuig pagina van het Instellingen scherm. Aangenomen wordt dat u vliegt met de aangegeven optimale vliegsnelheid voor de huidige McCready waarde. U kunt de minimale aankomsthoogte ingeven op de Persoonlijk pagina.
Als de indicator een negatieve waarde laat zien, dan bevind u zich onder glijpad en is het waypoint niet binnen bereik. Als u zich boven glijpad bevind, dan is het waypoint binnen bereik en kunt u waarschijnlijk zelfs iets sneller vliegen om het eerder te bereiken, natuurlijk afhankelijk van de polaire van uw vliegtuig.

vorige start volgende